LEVEND ORGANISME: LEES NA ONTVANGST METEEN DE BIJSLUITER IN VERBAND MET BEWARING & GEBRUIK.
SOMMIGE NUTTIGE INSECTEN MOETEN METEEN TOEGEPAST WORDEN.
Plaag : bladluis
De bladluis is een ongeveer 3mm dikke, ovale gekleurde (groene, zwarte,... ) luis. De luizen voeden zich met plantensappen en scheiden een kleverige stof af (honingdauw). Dit maakt de bladeren van de plant kleverig en kan schimmelvorming (roetdauw) veroorzaken. Luizen kunnen bovendien virussen overdragen zodat de planten verzieken en verwelken. Bladluizen hebben een zéér korte voorplantingscyclus waardoor ze zich op zeer korte tijd tot een ware plaag kunnen ontwikkelen. Daarom is het van belang een bladluishaard tijdig te bestrijden.
Bestrijding: Gaasvlieg
Chrysopa carnea, beter bekend onder de naam gaasvlieg is een inheemse predator die vaak spontaan in kassen en open lucht voorkomt. De larven zijn uitermate vraatzuchtig en efficiënt te bestrijders van bladluis. Ze kunnen 20 tot 50 bladluizen per dag verorberen. De volwassen gaasvliegen zijn tere, lichtgroene insecten met lange, transparante, fijn dooraderde vleugels en goudkleurige ogen. De volwassen gaasvlieg is geen predator en leeft van nectar, honingdauw en pollen.
In de natuur zijn er 2 tot 3 generaties per jaar. Gaasvliegen leggen vanaf de lente ongeveer 20 eieren per dag. Deze eieren worden afzonderlijk of in groepjes afgezet op korte steeltjes (0,7 mm lang) aan de bladonderzijde. Na 3 dagen ontwikkelt zich het eerste larvenstadium uit het ei. Ongeveer 16 dagen na de eiafzetting zal de larve verpoppen, waaruit nog eens 2 weken later een volwassen gaasvlieg verschijnt.
Chrysopa kan zowel in de groente- als sierteelt worden uitgezet. Temperaturen tussen 12 en 30°C zijn ideaal. Ze kunnen dus zowel binnen als buiten gebruikt worden. De larven van Chrysopa moeten in de buurt van bladluishaarden worden uitgezet. Om deze reden moeten de bladeren van de planten ook voldoende groot zijn zodat bij het uitzetten de larven niet op de grond vallen. Er is o.a. zeer goede resultaten met chrysopa bij de bestrijding van de wollige bloedluis op beukenhagen.
De gaasvlieglarven worden per 500 in een kartonnen plaatje verpakt. Door verwijdering van het fijne gaas kunnen de larven in de bladluishaarden op de planten uitgestrooid worden. De dosering hangt van de bladluispopulatie. Met de gekochte generatie larven kan het bladluis probleem oplost worden. Gezien gaasvliegen na de verpopping neigen om ver te vliegen, mag je niet rekenen op een nieuwe generatie.
Dosering :
- 1000 stuks voor 70 tot 100m² aantasting. Deze larven komen in een strooipot om uit te schudden over het aangetaste deel